De of het rookgewoonte?
De rookgewoonte
Is het de of het rookgewoonte
In de Nederlandse taal gebruiken wij de rookgewoonte.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: smoking habit
Deutsch: Gewohnheit des Rauchens | Bekijk of het der of die Gewohnheit des Rauchens is.
Français: habitude de fumer | Bekijk of het Le o La habitude de fumer is.
Jou of jouw: jouw rookgewoonte
Buigings-e:
Mooi of mooie rookgewoonte
Groot of grote rookgewoonte
Half of halve rookgewoonte
Grappig of grappige rookgewoonte
Leeg of lege rookgewoonte
leuk of leuke rookgewoonte
Vet of vette rookgewoonte
Snel of snelle rookgewoonte
Wit of witte rookgewoonte
Klein of kleine rookgewoonte
Rood of rode rookgewoonte
Dik of dikke rookgewoonte
Oud of oude rookgewoonte
Goed of goede rookgewoonte
Wat rijmt er op rookgewoonte
Elk of elke: Elke rookgewoonte
Aanwijzend voornaamwoord: Die rookgewoonte
Bezittelijk voornaamwoord: Onze rookgewoonte
Wat rijmt er op rookgewoonte
Buigings-e:
Mooi of mooie rookgewoonte
Groot of grote rookgewoonte
Half of halve rookgewoonte
Grappig of grappige rookgewoonte
Leeg of lege rookgewoonte
leuk of leuke rookgewoonte
Vet of vette rookgewoonte
Snel of snelle rookgewoonte
Wit of witte rookgewoonte
Klein of kleine rookgewoonte
Rood of rode rookgewoonte
Dik of dikke rookgewoonte
Oud of oude rookgewoonte
Goed of goede rookgewoonte
Wat rijmt er op rookgewoonte
Elk of elke: Elke rookgewoonte
Aanwijzend voornaamwoord: Die rookgewoonte
Bezittelijk voornaamwoord: Onze rookgewoonte
Wat rijmt er op rookgewoonte
Oefening van de dag