De of het showcase?
De showcase
Is het de of het showcase
In de Nederlandse taal gebruiken wij de showcase.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: showcase
Deutsch: Schaukasten | Bekijk of het der of die Schaukasten is.
Français: Vitrine | Bekijk of het Le o La Vitrine is.
Jou of jouw: jouw showcase
Buigings-e:
Mooi of mooie showcase
Groot of grote showcase
Half of halve showcase
Grappig of grappige showcase
Leeg of lege showcase
leuk of leuke showcase
Vet of vette showcase
Snel of snelle showcase
Wit of witte showcase
Klein of kleine showcase
Rood of rode showcase
Dik of dikke showcase
Oud of oude showcase
Goed of goede showcase
Wat rijmt er op showcase
Elk of elke: Elke showcase
Aanwijzend voornaamwoord: Die showcase
Bezittelijk voornaamwoord: Onze showcase
Wat rijmt er op showcase
Buigings-e:
Mooi of mooie showcase
Groot of grote showcase
Half of halve showcase
Grappig of grappige showcase
Leeg of lege showcase
leuk of leuke showcase
Vet of vette showcase
Snel of snelle showcase
Wit of witte showcase
Klein of kleine showcase
Rood of rode showcase
Dik of dikke showcase
Oud of oude showcase
Goed of goede showcase
Wat rijmt er op showcase
Elk of elke: Elke showcase
Aanwijzend voornaamwoord: Die showcase
Bezittelijk voornaamwoord: Onze showcase
Wat rijmt er op showcase
Oefening van de dag