De sneeuw
Is het de of het sneeuw
In de Nederlandse taal gebruiken wij de sneeuw.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
Bekijk hier de betekenis van sneeuw
Meervoud: sneeuwen
English: snow
Deutsch: Schnee | Bekijk of het der of die Schnee is.
Français: le neige | Bekijk of het Le o La le neige is.
Jou of jouw: jouw sneeuw
Buigings-e:
Mooi of mooie sneeuw
Groot of grote sneeuw
Half of halve sneeuw
Grappig of grappige sneeuw
Leeg of lege sneeuw
leuk of leuke sneeuw
Vet of vette sneeuw
Snel of snelle sneeuw
Wit of witte sneeuw
Klein of kleine sneeuw
Rood of rode sneeuw
Dik of dikke sneeuw
Oud of oude sneeuw
Goed of goede sneeuw
Wat rijmt er op sneeuw
Elk of elke: Elke sneeuw
Aanwijzend voornaamwoord: Die sneeuw
Bezittelijk voornaamwoord: Onze sneeuw
Wat rijmt er op sneeuw
jachtsneeuw - stuifsneeuw - driftsneeuw -
Oefening van de dag
