De of het spreekkoor?
Het spreekkoor
Is het de of het spreekkoor
In de Nederlandse taal gebruiken wij het spreekkoor.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: chorus
Deutsch: Chor | Bekijk of het der of die Chor is.
Français: ch?ur | Bekijk of het Le o La ch?ur is.
Jou of jouw: jouw spreekkoor
Buigings-e:
Mooi of mooie spreekkoor
Groot of grote spreekkoor
Half of halve spreekkoor
Grappig of grappige spreekkoor
Leeg of lege spreekkoor
leuk of leuke spreekkoor
Vet of vette spreekkoor
Snel of snelle spreekkoor
Wit of witte spreekkoor
Klein of kleine spreekkoor
Rood of rode spreekkoor
Dik of dikke spreekkoor
Oud of oude spreekkoor
Goed of goede spreekkoor
Wat rijmt er op spreekkoor
Elk of elke: Elk spreekkoor
Aanwijzend voornaamwoord: Dat spreekkoor
Bezittelijk voornaamwoord: Ons spreekkoor
Wat rijmt er op spreekkoor
Buigings-e:
Mooi of mooie spreekkoor
Groot of grote spreekkoor
Half of halve spreekkoor
Grappig of grappige spreekkoor
Leeg of lege spreekkoor
leuk of leuke spreekkoor
Vet of vette spreekkoor
Snel of snelle spreekkoor
Wit of witte spreekkoor
Klein of kleine spreekkoor
Rood of rode spreekkoor
Dik of dikke spreekkoor
Oud of oude spreekkoor
Goed of goede spreekkoor
Wat rijmt er op spreekkoor
Elk of elke: Elk spreekkoor
Aanwijzend voornaamwoord: Dat spreekkoor
Bezittelijk voornaamwoord: Ons spreekkoor
Wat rijmt er op spreekkoor
Oefening van de dag