De of het stadopdracht?
De stadopdracht
Is het de of het stadopdracht
In de Nederlandse taal gebruiken wij de stadopdracht.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: city contract
Jou of jouw: jouw stadopdracht
Buigings-e:
Mooi of mooie stadopdracht
Groot of grote stadopdracht
Half of halve stadopdracht
Grappig of grappige stadopdracht
Leeg of lege stadopdracht
leuk of leuke stadopdracht
Vet of vette stadopdracht
Snel of snelle stadopdracht
Wit of witte stadopdracht
Klein of kleine stadopdracht
Rood of rode stadopdracht
Dik of dikke stadopdracht
Oud of oude stadopdracht
Goed of goede stadopdracht
Wat rijmt er op stadopdracht
Elk of elke: Elke stadopdracht
Aanwijzend voornaamwoord: Die stadopdracht
Bezittelijk voornaamwoord: Onze stadopdracht
Wat rijmt er op stadopdracht
Buigings-e:
Mooi of mooie stadopdracht
Groot of grote stadopdracht
Half of halve stadopdracht
Grappig of grappige stadopdracht
Leeg of lege stadopdracht
leuk of leuke stadopdracht
Vet of vette stadopdracht
Snel of snelle stadopdracht
Wit of witte stadopdracht
Klein of kleine stadopdracht
Rood of rode stadopdracht
Dik of dikke stadopdracht
Oud of oude stadopdracht
Goed of goede stadopdracht
Wat rijmt er op stadopdracht
Elk of elke: Elke stadopdracht
Aanwijzend voornaamwoord: Die stadopdracht
Bezittelijk voornaamwoord: Onze stadopdracht
Wat rijmt er op stadopdracht
Oefening van de dag