De of het stapelbedje?
Het stapelbedje
Is het de of het stapelbedje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het stapelbedje.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: bunk bed
Jou of jouw: jouw stapelbedje
Buigings-e:
Mooi of mooie stapelbedje
Groot of grote stapelbedje
Half of halve stapelbedje
Grappig of grappige stapelbedje
Leeg of lege stapelbedje
leuk of leuke stapelbedje
Vet of vette stapelbedje
Snel of snelle stapelbedje
Wit of witte stapelbedje
Klein of kleine stapelbedje
Rood of rode stapelbedje
Dik of dikke stapelbedje
Oud of oude stapelbedje
Goed of goede stapelbedje
Wat rijmt er op stapelbedje
Elk of elke: Elk stapelbedje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat stapelbedje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons stapelbedje
Wat rijmt er op stapelbedje
Buigings-e:
Mooi of mooie stapelbedje
Groot of grote stapelbedje
Half of halve stapelbedje
Grappig of grappige stapelbedje
Leeg of lege stapelbedje
leuk of leuke stapelbedje
Vet of vette stapelbedje
Snel of snelle stapelbedje
Wit of witte stapelbedje
Klein of kleine stapelbedje
Rood of rode stapelbedje
Dik of dikke stapelbedje
Oud of oude stapelbedje
Goed of goede stapelbedje
Wat rijmt er op stapelbedje
Elk of elke: Elk stapelbedje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat stapelbedje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons stapelbedje
Wat rijmt er op stapelbedje
Oefening van de dag