De of het taalbeheersing?
De taalbeheersing
Is het de of het taalbeheersing
In de Nederlandse taal gebruiken wij de taalbeheersing.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
Taalbeheersing is vrouwelijk
English: proficiency
Deutsch: Können | Bekijk of het der of die Können is.
Français: compétence | Bekijk of het Le o La compétence is.
Jou of jouw: jouw taalbeheersing
Buigings-e:
Mooi of mooie taalbeheersing
Groot of grote taalbeheersing
Half of halve taalbeheersing
Grappig of grappige taalbeheersing
Leeg of lege taalbeheersing
leuk of leuke taalbeheersing
Vet of vette taalbeheersing
Snel of snelle taalbeheersing
Wit of witte taalbeheersing
Klein of kleine taalbeheersing
Rood of rode taalbeheersing
Dik of dikke taalbeheersing
Oud of oude taalbeheersing
Goed of goede taalbeheersing
Wat rijmt er op taalbeheersing
Elk of elke: Elke taalbeheersing
Aanwijzend voornaamwoord: Die taalbeheersing
Bezittelijk voornaamwoord: Onze taalbeheersing
Wat rijmt er op taalbeheersing
Buigings-e:
Mooi of mooie taalbeheersing
Groot of grote taalbeheersing
Half of halve taalbeheersing
Grappig of grappige taalbeheersing
Leeg of lege taalbeheersing
leuk of leuke taalbeheersing
Vet of vette taalbeheersing
Snel of snelle taalbeheersing
Wit of witte taalbeheersing
Klein of kleine taalbeheersing
Rood of rode taalbeheersing
Dik of dikke taalbeheersing
Oud of oude taalbeheersing
Goed of goede taalbeheersing
Wat rijmt er op taalbeheersing
Elk of elke: Elke taalbeheersing
Aanwijzend voornaamwoord: Die taalbeheersing
Bezittelijk voornaamwoord: Onze taalbeheersing
Wat rijmt er op taalbeheersing
Oefening van de dag