De of het thuisbezorgen?
Het thuisbezorgen
Is het de of het thuisbezorgen
In de Nederlandse taal gebruiken wij het thuisbezorgen.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: home delivery
Deutsch: Lieferung frei Haus | Bekijk of het der of die Lieferung frei Haus is.
Français: livraison à domicile | Bekijk of het Le o La livraison à domicile is.
Jou of jouw: jouw thuisbezorgen
Buigings-e:
Mooi of mooie thuisbezorgen
Groot of grote thuisbezorgen
Half of halve thuisbezorgen
Grappig of grappige thuisbezorgen
Leeg of lege thuisbezorgen
leuk of leuke thuisbezorgen
Vet of vette thuisbezorgen
Snel of snelle thuisbezorgen
Wit of witte thuisbezorgen
Klein of kleine thuisbezorgen
Rood of rode thuisbezorgen
Dik of dikke thuisbezorgen
Oud of oude thuisbezorgen
Goed of goede thuisbezorgen
Wat rijmt er op thuisbezorgen
Elk of elke: Elk thuisbezorgen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat thuisbezorgen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons thuisbezorgen
Wat rijmt er op thuisbezorgen
Buigings-e:
Mooi of mooie thuisbezorgen
Groot of grote thuisbezorgen
Half of halve thuisbezorgen
Grappig of grappige thuisbezorgen
Leeg of lege thuisbezorgen
leuk of leuke thuisbezorgen
Vet of vette thuisbezorgen
Snel of snelle thuisbezorgen
Wit of witte thuisbezorgen
Klein of kleine thuisbezorgen
Rood of rode thuisbezorgen
Dik of dikke thuisbezorgen
Oud of oude thuisbezorgen
Goed of goede thuisbezorgen
Wat rijmt er op thuisbezorgen
Elk of elke: Elk thuisbezorgen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat thuisbezorgen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons thuisbezorgen
Wat rijmt er op thuisbezorgen
Oefening van de dag