De of het toegangspas?
De toegangspas
Is het de of het toegangspas
In de Nederlandse taal gebruiken wij de toegangspas.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: access pass
Deutsch: Zugangskarten | Bekijk of het der of die Zugangskarten is.
Français: carte d'accès | Bekijk of het Le o La carte d'accès is.
Jou of jouw: jouw toegangspas
Buigings-e:
Mooi of mooie toegangspas
Groot of grote toegangspas
Half of halve toegangspas
Grappig of grappige toegangspas
Leeg of lege toegangspas
leuk of leuke toegangspas
Vet of vette toegangspas
Snel of snelle toegangspas
Wit of witte toegangspas
Klein of kleine toegangspas
Rood of rode toegangspas
Dik of dikke toegangspas
Oud of oude toegangspas
Goed of goede toegangspas
Wat rijmt er op toegangspas
Elk of elke: Elke toegangspas
Aanwijzend voornaamwoord: Die toegangspas
Bezittelijk voornaamwoord: Onze toegangspas
Wat rijmt er op toegangspas
Buigings-e:
Mooi of mooie toegangspas
Groot of grote toegangspas
Half of halve toegangspas
Grappig of grappige toegangspas
Leeg of lege toegangspas
leuk of leuke toegangspas
Vet of vette toegangspas
Snel of snelle toegangspas
Wit of witte toegangspas
Klein of kleine toegangspas
Rood of rode toegangspas
Dik of dikke toegangspas
Oud of oude toegangspas
Goed of goede toegangspas
Wat rijmt er op toegangspas
Elk of elke: Elke toegangspas
Aanwijzend voornaamwoord: Die toegangspas
Bezittelijk voornaamwoord: Onze toegangspas
Wat rijmt er op toegangspas
Oefening van de dag