De of het toneelstukje?
Het toneelstukje
Is het de of het toneelstukje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het toneelstukje.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: charade
Deutsch: Scharade | Bekijk of het der of die Scharade is.
Français: charade | Bekijk of het Le o La charade is.
Jou of jouw: jouw toneelstukje
Buigings-e:
Mooi of mooie toneelstukje
Groot of grote toneelstukje
Half of halve toneelstukje
Grappig of grappige toneelstukje
Leeg of lege toneelstukje
leuk of leuke toneelstukje
Vet of vette toneelstukje
Snel of snelle toneelstukje
Wit of witte toneelstukje
Klein of kleine toneelstukje
Rood of rode toneelstukje
Dik of dikke toneelstukje
Oud of oude toneelstukje
Goed of goede toneelstukje
Wat rijmt er op toneelstukje
Elk of elke: Elk toneelstukje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat toneelstukje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons toneelstukje
Wat rijmt er op toneelstukje
Buigings-e:
Mooi of mooie toneelstukje
Groot of grote toneelstukje
Half of halve toneelstukje
Grappig of grappige toneelstukje
Leeg of lege toneelstukje
leuk of leuke toneelstukje
Vet of vette toneelstukje
Snel of snelle toneelstukje
Wit of witte toneelstukje
Klein of kleine toneelstukje
Rood of rode toneelstukje
Dik of dikke toneelstukje
Oud of oude toneelstukje
Goed of goede toneelstukje
Wat rijmt er op toneelstukje
Elk of elke: Elk toneelstukje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat toneelstukje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons toneelstukje
Wat rijmt er op toneelstukje
Oefening van de dag