De of het tweedekansondernemerschap?
De tweedekansondernemerschap
Is het de of het tweedekansondernemerschap
In de Nederlandse taal gebruiken wij de tweedekansondernemerschap.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: second chance entrepreneurship
Jou of jouw: jouw tweedekansondernemerschap
Buigings-e:
Mooi of mooie tweedekansondernemerschap
Groot of grote tweedekansondernemerschap
Half of halve tweedekansondernemerschap
Grappig of grappige tweedekansondernemerschap
Leeg of lege tweedekansondernemerschap
leuk of leuke tweedekansondernemerschap
Vet of vette tweedekansondernemerschap
Snel of snelle tweedekansondernemerschap
Wit of witte tweedekansondernemerschap
Klein of kleine tweedekansondernemerschap
Rood of rode tweedekansondernemerschap
Dik of dikke tweedekansondernemerschap
Oud of oude tweedekansondernemerschap
Goed of goede tweedekansondernemerschap
Wat rijmt er op tweedekansondernemerschap
Elk of elke: Elke tweedekansondernemerschap
Aanwijzend voornaamwoord: Die tweedekansondernemerschap
Bezittelijk voornaamwoord: Onze tweedekansondernemerschap
Wat rijmt er op tweedekansondernemerschap
Buigings-e:
Mooi of mooie tweedekansondernemerschap
Groot of grote tweedekansondernemerschap
Half of halve tweedekansondernemerschap
Grappig of grappige tweedekansondernemerschap
Leeg of lege tweedekansondernemerschap
leuk of leuke tweedekansondernemerschap
Vet of vette tweedekansondernemerschap
Snel of snelle tweedekansondernemerschap
Wit of witte tweedekansondernemerschap
Klein of kleine tweedekansondernemerschap
Rood of rode tweedekansondernemerschap
Dik of dikke tweedekansondernemerschap
Oud of oude tweedekansondernemerschap
Goed of goede tweedekansondernemerschap
Wat rijmt er op tweedekansondernemerschap
Elk of elke: Elke tweedekansondernemerschap
Aanwijzend voornaamwoord: Die tweedekansondernemerschap
Bezittelijk voornaamwoord: Onze tweedekansondernemerschap
Wat rijmt er op tweedekansondernemerschap
Oefening van de dag