De of het uiitnodiging?
De uiitnodiging
Is het de of het uiitnodiging
In de Nederlandse taal gebruiken wij de uiitnodiging.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: uiitnodiging
Jou of jouw: jouw uiitnodiging
Buigings-e:
Mooi of mooie uiitnodiging
Groot of grote uiitnodiging
Half of halve uiitnodiging
Grappig of grappige uiitnodiging
Leeg of lege uiitnodiging
leuk of leuke uiitnodiging
Vet of vette uiitnodiging
Snel of snelle uiitnodiging
Wit of witte uiitnodiging
Klein of kleine uiitnodiging
Rood of rode uiitnodiging
Dik of dikke uiitnodiging
Oud of oude uiitnodiging
Goed of goede uiitnodiging
Wat rijmt er op uiitnodiging
Elk of elke: Elke uiitnodiging
Aanwijzend voornaamwoord: Die uiitnodiging
Bezittelijk voornaamwoord: Onze uiitnodiging
Wat rijmt er op uiitnodiging
Buigings-e:
Mooi of mooie uiitnodiging
Groot of grote uiitnodiging
Half of halve uiitnodiging
Grappig of grappige uiitnodiging
Leeg of lege uiitnodiging
leuk of leuke uiitnodiging
Vet of vette uiitnodiging
Snel of snelle uiitnodiging
Wit of witte uiitnodiging
Klein of kleine uiitnodiging
Rood of rode uiitnodiging
Dik of dikke uiitnodiging
Oud of oude uiitnodiging
Goed of goede uiitnodiging
Wat rijmt er op uiitnodiging
Elk of elke: Elke uiitnodiging
Aanwijzend voornaamwoord: Die uiitnodiging
Bezittelijk voornaamwoord: Onze uiitnodiging
Wat rijmt er op uiitnodiging
Oefening van de dag
