De of het uitgaaf?
De uitgaaf
Is het de of het uitgaaf
In de Nederlandse taal gebruiken wij de uitgaaf.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: outgo
Deutsch: outgo | Bekijk of het der of die outgo is.
Français: dépense | Bekijk of het Le o La dépense is.
Jou of jouw: jouw uitgaaf
Buigings-e:
Mooi of mooie uitgaaf
Groot of grote uitgaaf
Half of halve uitgaaf
Grappig of grappige uitgaaf
Leeg of lege uitgaaf
leuk of leuke uitgaaf
Vet of vette uitgaaf
Snel of snelle uitgaaf
Wit of witte uitgaaf
Klein of kleine uitgaaf
Rood of rode uitgaaf
Dik of dikke uitgaaf
Oud of oude uitgaaf
Goed of goede uitgaaf
Wat rijmt er op uitgaaf
Elk of elke: Elke uitgaaf
Aanwijzend voornaamwoord: Die uitgaaf
Bezittelijk voornaamwoord: Onze uitgaaf
Wat rijmt er op uitgaaf
schooluitgaaf -
Buigings-e:
Mooi of mooie uitgaaf
Groot of grote uitgaaf
Half of halve uitgaaf
Grappig of grappige uitgaaf
Leeg of lege uitgaaf
leuk of leuke uitgaaf
Vet of vette uitgaaf
Snel of snelle uitgaaf
Wit of witte uitgaaf
Klein of kleine uitgaaf
Rood of rode uitgaaf
Dik of dikke uitgaaf
Oud of oude uitgaaf
Goed of goede uitgaaf
Wat rijmt er op uitgaaf
Elk of elke: Elke uitgaaf
Aanwijzend voornaamwoord: Die uitgaaf
Bezittelijk voornaamwoord: Onze uitgaaf
Wat rijmt er op uitgaaf
schooluitgaaf -
Oefening van de dag