De of het uithakken?
De uithakken
Is het de of het uithakken
In de Nederlandse taal gebruiken wij de uithakken.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: carve
Deutsch: schnitzen | Bekijk of het der of die schnitzen is.
Français: tailler | Bekijk of het Le o La tailler is.
Jou of jouw: jouw uithakken
Buigings-e:
Mooi of mooie uithakken
Groot of grote uithakken
Half of halve uithakken
Grappig of grappige uithakken
Leeg of lege uithakken
leuk of leuke uithakken
Vet of vette uithakken
Snel of snelle uithakken
Wit of witte uithakken
Klein of kleine uithakken
Rood of rode uithakken
Dik of dikke uithakken
Oud of oude uithakken
Goed of goede uithakken
Wat rijmt er op uithakken
Elk of elke: Elke uithakken
Aanwijzend voornaamwoord: Die uithakken
Bezittelijk voornaamwoord: Onze uithakken
Wat rijmt er op uithakken
Buigings-e:
Mooi of mooie uithakken
Groot of grote uithakken
Half of halve uithakken
Grappig of grappige uithakken
Leeg of lege uithakken
leuk of leuke uithakken
Vet of vette uithakken
Snel of snelle uithakken
Wit of witte uithakken
Klein of kleine uithakken
Rood of rode uithakken
Dik of dikke uithakken
Oud of oude uithakken
Goed of goede uithakken
Wat rijmt er op uithakken
Elk of elke: Elke uithakken
Aanwijzend voornaamwoord: Die uithakken
Bezittelijk voornaamwoord: Onze uithakken
Wat rijmt er op uithakken
Oefening van de dag