De of het vaartuig?
Het vaartuig
Is het de of het vaartuig
In de Nederlandse taal gebruiken wij het vaartuig.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: vessel
Deutsch: Schiff | Bekijk of het der of die Schiff is.
Français: navire | Bekijk of het Le o La navire is.
Jou of jouw: jouw vaartuig
Buigings-e:
Mooi of mooie vaartuig
Groot of grote vaartuig
Half of halve vaartuig
Grappig of grappige vaartuig
Leeg of lege vaartuig
leuk of leuke vaartuig
Vet of vette vaartuig
Snel of snelle vaartuig
Wit of witte vaartuig
Klein of kleine vaartuig
Rood of rode vaartuig
Dik of dikke vaartuig
Oud of oude vaartuig
Goed of goede vaartuig
Wat rijmt er op vaartuig
Elk of elke: Elk vaartuig
Aanwijzend voornaamwoord: Dat vaartuig
Bezittelijk voornaamwoord: Ons vaartuig
Wat rijmt er op vaartuig
reddingsvaartuig - luchtkussenvaartuig - mijnenbestrijdingsvaartuig -
Buigings-e:
Mooi of mooie vaartuig
Groot of grote vaartuig
Half of halve vaartuig
Grappig of grappige vaartuig
Leeg of lege vaartuig
leuk of leuke vaartuig
Vet of vette vaartuig
Snel of snelle vaartuig
Wit of witte vaartuig
Klein of kleine vaartuig
Rood of rode vaartuig
Dik of dikke vaartuig
Oud of oude vaartuig
Goed of goede vaartuig
Wat rijmt er op vaartuig
Elk of elke: Elk vaartuig
Aanwijzend voornaamwoord: Dat vaartuig
Bezittelijk voornaamwoord: Ons vaartuig
Wat rijmt er op vaartuig
reddingsvaartuig - luchtkussenvaartuig - mijnenbestrijdingsvaartuig -
Oefening van de dag