De of het verkeerswisselaar?
De verkeerswisselaar
Is het de of het verkeerswisselaar
In de Nederlandse taal gebruiken wij de verkeerswisselaar.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: interchange
Deutsch: Austausch | Bekijk of het der of die Austausch is.
Français: échange | Bekijk of het Le o La échange is.
Jou of jouw: jouw verkeerswisselaar
Buigings-e:
Mooi of mooie verkeerswisselaar
Groot of grote verkeerswisselaar
Half of halve verkeerswisselaar
Grappig of grappige verkeerswisselaar
Leeg of lege verkeerswisselaar
leuk of leuke verkeerswisselaar
Vet of vette verkeerswisselaar
Snel of snelle verkeerswisselaar
Wit of witte verkeerswisselaar
Klein of kleine verkeerswisselaar
Rood of rode verkeerswisselaar
Dik of dikke verkeerswisselaar
Oud of oude verkeerswisselaar
Goed of goede verkeerswisselaar
Wat rijmt er op verkeerswisselaar
Elk of elke: Elke verkeerswisselaar
Aanwijzend voornaamwoord: Die verkeerswisselaar
Bezittelijk voornaamwoord: Onze verkeerswisselaar
Wat rijmt er op verkeerswisselaar
Buigings-e:
Mooi of mooie verkeerswisselaar
Groot of grote verkeerswisselaar
Half of halve verkeerswisselaar
Grappig of grappige verkeerswisselaar
Leeg of lege verkeerswisselaar
leuk of leuke verkeerswisselaar
Vet of vette verkeerswisselaar
Snel of snelle verkeerswisselaar
Wit of witte verkeerswisselaar
Klein of kleine verkeerswisselaar
Rood of rode verkeerswisselaar
Dik of dikke verkeerswisselaar
Oud of oude verkeerswisselaar
Goed of goede verkeerswisselaar
Wat rijmt er op verkeerswisselaar
Elk of elke: Elke verkeerswisselaar
Aanwijzend voornaamwoord: Die verkeerswisselaar
Bezittelijk voornaamwoord: Onze verkeerswisselaar
Wat rijmt er op verkeerswisselaar
Oefening van de dag