De of het verpersoonlijken?
Het verpersoonlijken
Is het de of het verpersoonlijken
In de Nederlandse taal gebruiken wij het verpersoonlijken.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: personify
Deutsch: personifizieren | Bekijk of het der of die personifizieren is.
Français: personnifier | Bekijk of het Le o La personnifier is.
Jou of jouw: jouw verpersoonlijken
Buigings-e:
Mooi of mooie verpersoonlijken
Groot of grote verpersoonlijken
Half of halve verpersoonlijken
Grappig of grappige verpersoonlijken
Leeg of lege verpersoonlijken
leuk of leuke verpersoonlijken
Vet of vette verpersoonlijken
Snel of snelle verpersoonlijken
Wit of witte verpersoonlijken
Klein of kleine verpersoonlijken
Rood of rode verpersoonlijken
Dik of dikke verpersoonlijken
Oud of oude verpersoonlijken
Goed of goede verpersoonlijken
Wat rijmt er op verpersoonlijken
Elk of elke: Elk verpersoonlijken
Aanwijzend voornaamwoord: Dat verpersoonlijken
Bezittelijk voornaamwoord: Ons verpersoonlijken
Wat rijmt er op verpersoonlijken
Buigings-e:
Mooi of mooie verpersoonlijken
Groot of grote verpersoonlijken
Half of halve verpersoonlijken
Grappig of grappige verpersoonlijken
Leeg of lege verpersoonlijken
leuk of leuke verpersoonlijken
Vet of vette verpersoonlijken
Snel of snelle verpersoonlijken
Wit of witte verpersoonlijken
Klein of kleine verpersoonlijken
Rood of rode verpersoonlijken
Dik of dikke verpersoonlijken
Oud of oude verpersoonlijken
Goed of goede verpersoonlijken
Wat rijmt er op verpersoonlijken
Elk of elke: Elk verpersoonlijken
Aanwijzend voornaamwoord: Dat verpersoonlijken
Bezittelijk voornaamwoord: Ons verpersoonlijken
Wat rijmt er op verpersoonlijken
Oefening van de dag