De of het vooroefening?
De vooroefening
Is het de of het vooroefening
In de Nederlandse taal gebruiken wij de vooroefening.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: for exercise
Deutsch: für Bewegung | Bekijk of het der of die für Bewegung is.
Français: pour l'exercice | Bekijk of het Le o La pour l'exercice is.
Jou of jouw: jouw vooroefening
Buigings-e:
Mooi of mooie vooroefening
Groot of grote vooroefening
Half of halve vooroefening
Grappig of grappige vooroefening
Leeg of lege vooroefening
leuk of leuke vooroefening
Vet of vette vooroefening
Snel of snelle vooroefening
Wit of witte vooroefening
Klein of kleine vooroefening
Rood of rode vooroefening
Dik of dikke vooroefening
Oud of oude vooroefening
Goed of goede vooroefening
Wat rijmt er op vooroefening
Elk of elke: Elke vooroefening
Aanwijzend voornaamwoord: Die vooroefening
Bezittelijk voornaamwoord: Onze vooroefening
Wat rijmt er op vooroefening
Buigings-e:
Mooi of mooie vooroefening
Groot of grote vooroefening
Half of halve vooroefening
Grappig of grappige vooroefening
Leeg of lege vooroefening
leuk of leuke vooroefening
Vet of vette vooroefening
Snel of snelle vooroefening
Wit of witte vooroefening
Klein of kleine vooroefening
Rood of rode vooroefening
Dik of dikke vooroefening
Oud of oude vooroefening
Goed of goede vooroefening
Wat rijmt er op vooroefening
Elk of elke: Elke vooroefening
Aanwijzend voornaamwoord: Die vooroefening
Bezittelijk voornaamwoord: Onze vooroefening
Wat rijmt er op vooroefening
Oefening van de dag