De of het wasboekje?
Het wasboekje
Is het de of het wasboekje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het wasboekje.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: washing book
Jou of jouw: jouw wasboekje
Buigings-e:
Mooi of mooie wasboekje
Groot of grote wasboekje
Half of halve wasboekje
Grappig of grappige wasboekje
Leeg of lege wasboekje
leuk of leuke wasboekje
Vet of vette wasboekje
Snel of snelle wasboekje
Wit of witte wasboekje
Klein of kleine wasboekje
Rood of rode wasboekje
Dik of dikke wasboekje
Oud of oude wasboekje
Goed of goede wasboekje
Wat rijmt er op wasboekje
Elk of elke: Elk wasboekje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat wasboekje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons wasboekje
Wat rijmt er op wasboekje
Buigings-e:
Mooi of mooie wasboekje
Groot of grote wasboekje
Half of halve wasboekje
Grappig of grappige wasboekje
Leeg of lege wasboekje
leuk of leuke wasboekje
Vet of vette wasboekje
Snel of snelle wasboekje
Wit of witte wasboekje
Klein of kleine wasboekje
Rood of rode wasboekje
Dik of dikke wasboekje
Oud of oude wasboekje
Goed of goede wasboekje
Wat rijmt er op wasboekje
Elk of elke: Elk wasboekje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat wasboekje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons wasboekje
Wat rijmt er op wasboekje
Oefening van de dag