De of het wateroppervlakte?
De wateroppervlakte
Is het de of het wateroppervlakte
In de Nederlandse taal gebruiken wij de wateroppervlakte.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: water surface
Deutsch: Wasseroberfläche | Bekijk of het der of die Wasseroberfläche is.
Français: surface de l'eau | Bekijk of het Le o La surface de l'eau is.
Jou of jouw: jouw wateroppervlakte
Buigings-e:
Mooi of mooie wateroppervlakte
Groot of grote wateroppervlakte
Half of halve wateroppervlakte
Grappig of grappige wateroppervlakte
Leeg of lege wateroppervlakte
leuk of leuke wateroppervlakte
Vet of vette wateroppervlakte
Snel of snelle wateroppervlakte
Wit of witte wateroppervlakte
Klein of kleine wateroppervlakte
Rood of rode wateroppervlakte
Dik of dikke wateroppervlakte
Oud of oude wateroppervlakte
Goed of goede wateroppervlakte
Wat rijmt er op wateroppervlakte
Elk of elke: Elke wateroppervlakte
Aanwijzend voornaamwoord: Die wateroppervlakte
Bezittelijk voornaamwoord: Onze wateroppervlakte
Wat rijmt er op wateroppervlakte
Buigings-e:
Mooi of mooie wateroppervlakte
Groot of grote wateroppervlakte
Half of halve wateroppervlakte
Grappig of grappige wateroppervlakte
Leeg of lege wateroppervlakte
leuk of leuke wateroppervlakte
Vet of vette wateroppervlakte
Snel of snelle wateroppervlakte
Wit of witte wateroppervlakte
Klein of kleine wateroppervlakte
Rood of rode wateroppervlakte
Dik of dikke wateroppervlakte
Oud of oude wateroppervlakte
Goed of goede wateroppervlakte
Wat rijmt er op wateroppervlakte
Elk of elke: Elke wateroppervlakte
Aanwijzend voornaamwoord: Die wateroppervlakte
Bezittelijk voornaamwoord: Onze wateroppervlakte
Wat rijmt er op wateroppervlakte
Oefening van de dag