De of het weekeindje?
Het weekeindje
Is het de of het weekeindje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het weekeindje.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: weekend
Jou of jouw: jouw weekeindje
Buigings-e:
Mooi of mooie weekeindje
Groot of grote weekeindje
Half of halve weekeindje
Grappig of grappige weekeindje
Leeg of lege weekeindje
leuk of leuke weekeindje
Vet of vette weekeindje
Snel of snelle weekeindje
Wit of witte weekeindje
Klein of kleine weekeindje
Rood of rode weekeindje
Dik of dikke weekeindje
Oud of oude weekeindje
Goed of goede weekeindje
Wat rijmt er op weekeindje
Elk of elke: Elk weekeindje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat weekeindje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons weekeindje
Wat rijmt er op weekeindje
Buigings-e:
Mooi of mooie weekeindje
Groot of grote weekeindje
Half of halve weekeindje
Grappig of grappige weekeindje
Leeg of lege weekeindje
leuk of leuke weekeindje
Vet of vette weekeindje
Snel of snelle weekeindje
Wit of witte weekeindje
Klein of kleine weekeindje
Rood of rode weekeindje
Dik of dikke weekeindje
Oud of oude weekeindje
Goed of goede weekeindje
Wat rijmt er op weekeindje
Elk of elke: Elk weekeindje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat weekeindje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons weekeindje
Wat rijmt er op weekeindje
Oefening van de dag