De of het werkpaardje?
Het werkpaardje
Is het de of het werkpaardje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het werkpaardje.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: workhorse
Jou of jouw: jouw werkpaardje
Buigings-e:
Mooi of mooie werkpaardje
Groot of grote werkpaardje
Half of halve werkpaardje
Grappig of grappige werkpaardje
Leeg of lege werkpaardje
leuk of leuke werkpaardje
Vet of vette werkpaardje
Snel of snelle werkpaardje
Wit of witte werkpaardje
Klein of kleine werkpaardje
Rood of rode werkpaardje
Dik of dikke werkpaardje
Oud of oude werkpaardje
Goed of goede werkpaardje
Wat rijmt er op werkpaardje
Elk of elke: Elk werkpaardje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat werkpaardje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons werkpaardje
Wat rijmt er op werkpaardje
Buigings-e:
Mooi of mooie werkpaardje
Groot of grote werkpaardje
Half of halve werkpaardje
Grappig of grappige werkpaardje
Leeg of lege werkpaardje
leuk of leuke werkpaardje
Vet of vette werkpaardje
Snel of snelle werkpaardje
Wit of witte werkpaardje
Klein of kleine werkpaardje
Rood of rode werkpaardje
Dik of dikke werkpaardje
Oud of oude werkpaardje
Goed of goede werkpaardje
Wat rijmt er op werkpaardje
Elk of elke: Elk werkpaardje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat werkpaardje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons werkpaardje
Wat rijmt er op werkpaardje
Oefening van de dag