De of het wijkouderling?
De wijkouderling
Is het de of het wijkouderling
In de Nederlandse taal gebruiken wij de wijkouderling.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: District Elder
Deutsch: Bezirksältester | Bekijk of het der of die Bezirksältester is.
Français: L'ancien de district | Bekijk of het Le o La L'ancien de district is.
Jou of jouw: jouw wijkouderling
Buigings-e:
Mooi of mooie wijkouderling
Groot of grote wijkouderling
Half of halve wijkouderling
Grappig of grappige wijkouderling
Leeg of lege wijkouderling
leuk of leuke wijkouderling
Vet of vette wijkouderling
Snel of snelle wijkouderling
Wit of witte wijkouderling
Klein of kleine wijkouderling
Rood of rode wijkouderling
Dik of dikke wijkouderling
Oud of oude wijkouderling
Goed of goede wijkouderling
Wat rijmt er op wijkouderling
Elk of elke: Elke wijkouderling
Aanwijzend voornaamwoord: Die wijkouderling
Bezittelijk voornaamwoord: Onze wijkouderling
Wat rijmt er op wijkouderling
Buigings-e:
Mooi of mooie wijkouderling
Groot of grote wijkouderling
Half of halve wijkouderling
Grappig of grappige wijkouderling
Leeg of lege wijkouderling
leuk of leuke wijkouderling
Vet of vette wijkouderling
Snel of snelle wijkouderling
Wit of witte wijkouderling
Klein of kleine wijkouderling
Rood of rode wijkouderling
Dik of dikke wijkouderling
Oud of oude wijkouderling
Goed of goede wijkouderling
Wat rijmt er op wijkouderling
Elk of elke: Elke wijkouderling
Aanwijzend voornaamwoord: Die wijkouderling
Bezittelijk voornaamwoord: Onze wijkouderling
Wat rijmt er op wijkouderling
Oefening van de dag
