De of het wijkwinkelcentrum?
Het wijkwinkelcentrum
Is het de of het wijkwinkelcentrum
In de Nederlandse taal gebruiken wij het wijkwinkelcentrum.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: neighborhood shopping center
Jou of jouw: jouw wijkwinkelcentrum
Buigings-e:
Mooi of mooie wijkwinkelcentrum
Groot of grote wijkwinkelcentrum
Half of halve wijkwinkelcentrum
Grappig of grappige wijkwinkelcentrum
Leeg of lege wijkwinkelcentrum
leuk of leuke wijkwinkelcentrum
Vet of vette wijkwinkelcentrum
Snel of snelle wijkwinkelcentrum
Wit of witte wijkwinkelcentrum
Klein of kleine wijkwinkelcentrum
Rood of rode wijkwinkelcentrum
Dik of dikke wijkwinkelcentrum
Oud of oude wijkwinkelcentrum
Goed of goede wijkwinkelcentrum
Wat rijmt er op wijkwinkelcentrum
Elk of elke: Elk wijkwinkelcentrum
Aanwijzend voornaamwoord: Dat wijkwinkelcentrum
Bezittelijk voornaamwoord: Ons wijkwinkelcentrum
Wat rijmt er op wijkwinkelcentrum
Buigings-e:
Mooi of mooie wijkwinkelcentrum
Groot of grote wijkwinkelcentrum
Half of halve wijkwinkelcentrum
Grappig of grappige wijkwinkelcentrum
Leeg of lege wijkwinkelcentrum
leuk of leuke wijkwinkelcentrum
Vet of vette wijkwinkelcentrum
Snel of snelle wijkwinkelcentrum
Wit of witte wijkwinkelcentrum
Klein of kleine wijkwinkelcentrum
Rood of rode wijkwinkelcentrum
Dik of dikke wijkwinkelcentrum
Oud of oude wijkwinkelcentrum
Goed of goede wijkwinkelcentrum
Wat rijmt er op wijkwinkelcentrum
Elk of elke: Elk wijkwinkelcentrum
Aanwijzend voornaamwoord: Dat wijkwinkelcentrum
Bezittelijk voornaamwoord: Ons wijkwinkelcentrum
Wat rijmt er op wijkwinkelcentrum
Oefening van de dag