De of het wintergroente?
De wintergroente
Is het de of het wintergroente
In de Nederlandse taal gebruiken wij de wintergroente.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: winter vegetables
Deutsch: Wintergemüse | Bekijk of het der of die Wintergemüse is.
Français: légumes d'hiver | Bekijk of het Le o La légumes d'hiver is.
Jou of jouw: jouw wintergroente
Buigings-e:
Mooi of mooie wintergroente
Groot of grote wintergroente
Half of halve wintergroente
Grappig of grappige wintergroente
Leeg of lege wintergroente
leuk of leuke wintergroente
Vet of vette wintergroente
Snel of snelle wintergroente
Wit of witte wintergroente
Klein of kleine wintergroente
Rood of rode wintergroente
Dik of dikke wintergroente
Oud of oude wintergroente
Goed of goede wintergroente
Wat rijmt er op wintergroente
Elk of elke: Elke wintergroente
Aanwijzend voornaamwoord: Die wintergroente
Bezittelijk voornaamwoord: Onze wintergroente
Wat rijmt er op wintergroente
Buigings-e:
Mooi of mooie wintergroente
Groot of grote wintergroente
Half of halve wintergroente
Grappig of grappige wintergroente
Leeg of lege wintergroente
leuk of leuke wintergroente
Vet of vette wintergroente
Snel of snelle wintergroente
Wit of witte wintergroente
Klein of kleine wintergroente
Rood of rode wintergroente
Dik of dikke wintergroente
Oud of oude wintergroente
Goed of goede wintergroente
Wat rijmt er op wintergroente
Elk of elke: Elke wintergroente
Aanwijzend voornaamwoord: Die wintergroente
Bezittelijk voornaamwoord: Onze wintergroente
Wat rijmt er op wintergroente
Oefening van de dag