De of het woonomstandigheid?
De woonomstandigheid
Is het de of het woonomstandigheid
In de Nederlandse taal gebruiken wij de woonomstandigheid.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: living circumstance
Deutsch: Lebensbedingungen | Bekijk of het der of die Lebensbedingungen is.
Français: conditions de vie | Bekijk of het Le o La conditions de vie is.
Jou of jouw: jouw woonomstandigheid
Buigings-e:
Mooi of mooie woonomstandigheid
Groot of grote woonomstandigheid
Half of halve woonomstandigheid
Grappig of grappige woonomstandigheid
Leeg of lege woonomstandigheid
leuk of leuke woonomstandigheid
Vet of vette woonomstandigheid
Snel of snelle woonomstandigheid
Wit of witte woonomstandigheid
Klein of kleine woonomstandigheid
Rood of rode woonomstandigheid
Dik of dikke woonomstandigheid
Oud of oude woonomstandigheid
Goed of goede woonomstandigheid
Wat rijmt er op woonomstandigheid
Elk of elke: Elke woonomstandigheid
Aanwijzend voornaamwoord: Die woonomstandigheid
Bezittelijk voornaamwoord: Onze woonomstandigheid
Wat rijmt er op woonomstandigheid
Buigings-e:
Mooi of mooie woonomstandigheid
Groot of grote woonomstandigheid
Half of halve woonomstandigheid
Grappig of grappige woonomstandigheid
Leeg of lege woonomstandigheid
leuk of leuke woonomstandigheid
Vet of vette woonomstandigheid
Snel of snelle woonomstandigheid
Wit of witte woonomstandigheid
Klein of kleine woonomstandigheid
Rood of rode woonomstandigheid
Dik of dikke woonomstandigheid
Oud of oude woonomstandigheid
Goed of goede woonomstandigheid
Wat rijmt er op woonomstandigheid
Elk of elke: Elke woonomstandigheid
Aanwijzend voornaamwoord: Die woonomstandigheid
Bezittelijk voornaamwoord: Onze woonomstandigheid
Wat rijmt er op woonomstandigheid
Oefening van de dag