De of het woordraamraam?
Het woordraamraam
Is het de of het woordraamraam
In de Nederlandse taal gebruiken wij het woordraamraam.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: word frame
Jou of jouw: jouw woordraamraam
Buigings-e:
Mooi of mooie woordraamraam
Groot of grote woordraamraam
Half of halve woordraamraam
Grappig of grappige woordraamraam
Leeg of lege woordraamraam
leuk of leuke woordraamraam
Vet of vette woordraamraam
Snel of snelle woordraamraam
Wit of witte woordraamraam
Klein of kleine woordraamraam
Rood of rode woordraamraam
Dik of dikke woordraamraam
Oud of oude woordraamraam
Goed of goede woordraamraam
Wat rijmt er op woordraamraam
Elk of elke: Elk woordraamraam
Aanwijzend voornaamwoord: Dat woordraamraam
Bezittelijk voornaamwoord: Ons woordraamraam
Wat rijmt er op woordraamraam
Buigings-e:
Mooi of mooie woordraamraam
Groot of grote woordraamraam
Half of halve woordraamraam
Grappig of grappige woordraamraam
Leeg of lege woordraamraam
leuk of leuke woordraamraam
Vet of vette woordraamraam
Snel of snelle woordraamraam
Wit of witte woordraamraam
Klein of kleine woordraamraam
Rood of rode woordraamraam
Dik of dikke woordraamraam
Oud of oude woordraamraam
Goed of goede woordraamraam
Wat rijmt er op woordraamraam
Elk of elke: Elk woordraamraam
Aanwijzend voornaamwoord: Dat woordraamraam
Bezittelijk voornaamwoord: Ons woordraamraam
Wat rijmt er op woordraamraam
Oefening van de dag