De of het zakagenda?
De zakagenda
Is het de of het zakagenda
In de Nederlandse taal gebruiken wij de zakagenda.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: pocket diary
Deutsch: Taschenkalender | Bekijk of het der of die Taschenkalender is.
Français: Agenda de poche | Bekijk of het Le o La Agenda de poche is.
Jou of jouw: jouw zakagenda
Buigings-e:
Mooi of mooie zakagenda
Groot of grote zakagenda
Half of halve zakagenda
Grappig of grappige zakagenda
Leeg of lege zakagenda
leuk of leuke zakagenda
Vet of vette zakagenda
Snel of snelle zakagenda
Wit of witte zakagenda
Klein of kleine zakagenda
Rood of rode zakagenda
Dik of dikke zakagenda
Oud of oude zakagenda
Goed of goede zakagenda
Wat rijmt er op zakagenda
Elk of elke: Elke zakagenda
Aanwijzend voornaamwoord: Die zakagenda
Bezittelijk voornaamwoord: Onze zakagenda
Wat rijmt er op zakagenda
Buigings-e:
Mooi of mooie zakagenda
Groot of grote zakagenda
Half of halve zakagenda
Grappig of grappige zakagenda
Leeg of lege zakagenda
leuk of leuke zakagenda
Vet of vette zakagenda
Snel of snelle zakagenda
Wit of witte zakagenda
Klein of kleine zakagenda
Rood of rode zakagenda
Dik of dikke zakagenda
Oud of oude zakagenda
Goed of goede zakagenda
Wat rijmt er op zakagenda
Elk of elke: Elke zakagenda
Aanwijzend voornaamwoord: Die zakagenda
Bezittelijk voornaamwoord: Onze zakagenda
Wat rijmt er op zakagenda
Oefening van de dag