De of het zakenlui?
De zakenlui
Is het de of het zakenlui
In de Nederlandse taal gebruiken wij de zakenlui.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: businessmen
Deutsch: Geschäftsleute | Bekijk of het der of die Geschäftsleute is.
Français: les hommes d'affaires | Bekijk of het Le o La les hommes d'affaires is.
Jou of jouw: jouw zakenlui
Buigings-e:
Mooi of mooie zakenlui
Groot of grote zakenlui
Half of halve zakenlui
Grappig of grappige zakenlui
Leeg of lege zakenlui
leuk of leuke zakenlui
Vet of vette zakenlui
Snel of snelle zakenlui
Wit of witte zakenlui
Klein of kleine zakenlui
Rood of rode zakenlui
Dik of dikke zakenlui
Oud of oude zakenlui
Goed of goede zakenlui
Wat rijmt er op zakenlui
Elk of elke: Elke zakenlui
Aanwijzend voornaamwoord: Die zakenlui
Bezittelijk voornaamwoord: Onze zakenlui
Wat rijmt er op zakenlui
Buigings-e:
Mooi of mooie zakenlui
Groot of grote zakenlui
Half of halve zakenlui
Grappig of grappige zakenlui
Leeg of lege zakenlui
leuk of leuke zakenlui
Vet of vette zakenlui
Snel of snelle zakenlui
Wit of witte zakenlui
Klein of kleine zakenlui
Rood of rode zakenlui
Dik of dikke zakenlui
Oud of oude zakenlui
Goed of goede zakenlui
Wat rijmt er op zakenlui
Elk of elke: Elke zakenlui
Aanwijzend voornaamwoord: Die zakenlui
Bezittelijk voornaamwoord: Onze zakenlui
Wat rijmt er op zakenlui
Oefening van de dag
