De of het zakgeld?
Het zakgeld
Is het de of het zakgeld
In de Nederlandse taal gebruiken wij het zakgeld.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: pocket money
Deutsch: taschengeld | Bekijk of het der of die taschengeld is.
Français: argent de poche | Bekijk of het Le o La argent de poche is.
Jou of jouw: jouw zakgeld
Buigings-e:
Mooi of mooie zakgeld
Groot of grote zakgeld
Half of halve zakgeld
Grappig of grappige zakgeld
Leeg of lege zakgeld
leuk of leuke zakgeld
Vet of vette zakgeld
Snel of snelle zakgeld
Wit of witte zakgeld
Klein of kleine zakgeld
Rood of rode zakgeld
Dik of dikke zakgeld
Oud of oude zakgeld
Goed of goede zakgeld
Wat rijmt er op zakgeld
Elk of elke: Elk zakgeld
Aanwijzend voornaamwoord: Dat zakgeld
Bezittelijk voornaamwoord: Ons zakgeld
Wat rijmt er op zakgeld
Buigings-e:
Mooi of mooie zakgeld
Groot of grote zakgeld
Half of halve zakgeld
Grappig of grappige zakgeld
Leeg of lege zakgeld
leuk of leuke zakgeld
Vet of vette zakgeld
Snel of snelle zakgeld
Wit of witte zakgeld
Klein of kleine zakgeld
Rood of rode zakgeld
Dik of dikke zakgeld
Oud of oude zakgeld
Goed of goede zakgeld
Wat rijmt er op zakgeld
Elk of elke: Elk zakgeld
Aanwijzend voornaamwoord: Dat zakgeld
Bezittelijk voornaamwoord: Ons zakgeld
Wat rijmt er op zakgeld
Oefening van de dag