De of het zendtijd?
De zendtijd
Is het de of het zendtijd
In de Nederlandse taal gebruiken wij de zendtijd.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
Zendtijd is mannelijk
English: airtime
Deutsch: Sendezeit | Bekijk of het der of die Sendezeit is.
Français: temps d'antenne | Bekijk of het Le o La temps d'antenne is.
Jou of jouw: jouw zendtijd
Buigings-e:
Mooi of mooie zendtijd
Groot of grote zendtijd
Half of halve zendtijd
Grappig of grappige zendtijd
Leeg of lege zendtijd
leuk of leuke zendtijd
Vet of vette zendtijd
Snel of snelle zendtijd
Wit of witte zendtijd
Klein of kleine zendtijd
Rood of rode zendtijd
Dik of dikke zendtijd
Oud of oude zendtijd
Goed of goede zendtijd
Wat rijmt er op zendtijd
Elk of elke: Elke zendtijd
Aanwijzend voornaamwoord: Die zendtijd
Bezittelijk voornaamwoord: Onze zendtijd
Wat rijmt er op zendtijd
reclamezendtijd - radiozendtijd - televisiezendtijd -
Buigings-e:
Mooi of mooie zendtijd
Groot of grote zendtijd
Half of halve zendtijd
Grappig of grappige zendtijd
Leeg of lege zendtijd
leuk of leuke zendtijd
Vet of vette zendtijd
Snel of snelle zendtijd
Wit of witte zendtijd
Klein of kleine zendtijd
Rood of rode zendtijd
Dik of dikke zendtijd
Oud of oude zendtijd
Goed of goede zendtijd
Wat rijmt er op zendtijd
Elk of elke: Elke zendtijd
Aanwijzend voornaamwoord: Die zendtijd
Bezittelijk voornaamwoord: Onze zendtijd
Wat rijmt er op zendtijd
reclamezendtijd - radiozendtijd - televisiezendtijd -
Oefening van de dag