De of het ziekteoorzaak?
De ziekteoorzaak
Is het de of het ziekteoorzaak
In de Nederlandse taal gebruiken wij de ziekteoorzaak.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: cause of disease
Deutsch: Krankheitsursache | Bekijk of het der of die Krankheitsursache is.
Français: la cause de la maladie | Bekijk of het Le o La la cause de la maladie is.
Jou of jouw: jouw ziekteoorzaak
Buigings-e:
Mooi of mooie ziekteoorzaak
Groot of grote ziekteoorzaak
Half of halve ziekteoorzaak
Grappig of grappige ziekteoorzaak
Leeg of lege ziekteoorzaak
leuk of leuke ziekteoorzaak
Vet of vette ziekteoorzaak
Snel of snelle ziekteoorzaak
Wit of witte ziekteoorzaak
Klein of kleine ziekteoorzaak
Rood of rode ziekteoorzaak
Dik of dikke ziekteoorzaak
Oud of oude ziekteoorzaak
Goed of goede ziekteoorzaak
Wat rijmt er op ziekteoorzaak
Elk of elke: Elke ziekteoorzaak
Aanwijzend voornaamwoord: Die ziekteoorzaak
Bezittelijk voornaamwoord: Onze ziekteoorzaak
Wat rijmt er op ziekteoorzaak
Buigings-e:
Mooi of mooie ziekteoorzaak
Groot of grote ziekteoorzaak
Half of halve ziekteoorzaak
Grappig of grappige ziekteoorzaak
Leeg of lege ziekteoorzaak
leuk of leuke ziekteoorzaak
Vet of vette ziekteoorzaak
Snel of snelle ziekteoorzaak
Wit of witte ziekteoorzaak
Klein of kleine ziekteoorzaak
Rood of rode ziekteoorzaak
Dik of dikke ziekteoorzaak
Oud of oude ziekteoorzaak
Goed of goede ziekteoorzaak
Wat rijmt er op ziekteoorzaak
Elk of elke: Elke ziekteoorzaak
Aanwijzend voornaamwoord: Die ziekteoorzaak
Bezittelijk voornaamwoord: Onze ziekteoorzaak
Wat rijmt er op ziekteoorzaak
Oefening van de dag
