De of het zoetigheid?
De zoetigheid
Is het de of het zoetigheid
In de Nederlandse taal gebruiken wij de zoetigheid.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
Zoetigheid is vrouwelijk
English: sweetness
Deutsch: Süße | Bekijk of het der of die Süße is.
Français: douceur | Bekijk of het Le o La douceur is.
Jou of jouw: jouw zoetigheid
Buigings-e:
Mooi of mooie zoetigheid
Groot of grote zoetigheid
Half of halve zoetigheid
Grappig of grappige zoetigheid
Leeg of lege zoetigheid
leuk of leuke zoetigheid
Vet of vette zoetigheid
Snel of snelle zoetigheid
Wit of witte zoetigheid
Klein of kleine zoetigheid
Rood of rode zoetigheid
Dik of dikke zoetigheid
Oud of oude zoetigheid
Goed of goede zoetigheid
Wat rijmt er op zoetigheid
Elk of elke: Elke zoetigheid
Aanwijzend voornaamwoord: Die zoetigheid
Bezittelijk voornaamwoord: Onze zoetigheid
Wat rijmt er op zoetigheid
Buigings-e:
Mooi of mooie zoetigheid
Groot of grote zoetigheid
Half of halve zoetigheid
Grappig of grappige zoetigheid
Leeg of lege zoetigheid
leuk of leuke zoetigheid
Vet of vette zoetigheid
Snel of snelle zoetigheid
Wit of witte zoetigheid
Klein of kleine zoetigheid
Rood of rode zoetigheid
Dik of dikke zoetigheid
Oud of oude zoetigheid
Goed of goede zoetigheid
Wat rijmt er op zoetigheid
Elk of elke: Elke zoetigheid
Aanwijzend voornaamwoord: Die zoetigheid
Bezittelijk voornaamwoord: Onze zoetigheid
Wat rijmt er op zoetigheid
Oefening van de dag